Heft, Burgers, 't lied der vrijheid aan  En zingt ons eigen volksbestaan!  Van vreemde banden vrij,  Bekleedt ons klein gemenebest,  Op orde, wet en recht gevest,  Rang in der Staten rij.  Rang in der Staten rij.    Al heeft ons land een klein begin,  Wij gaan met moed de toekomst in,  Het oog op God gericht,  Die niet beschaamt wie op Hem bouwt,  Op Hem als op een burcht vertrouwt,  Die voor geen stormen zwicht.  Die voor geen stormen zwicht.    Zie in gena' en liefde neer  Op onze President, o Heer!  Wees Gij zijn toeverlaat!  De taak, die op zijn schouders rust,  Vervulle hij met trouw en lust  Tot heil van volk en staat!  Tot heil van volk en staat!    Bescherm, o God, de Raad van't land,  Geleid hem aan Uw vaderhand,  Verlicht hem van omhoog,  Opdat zijn werk geheiligd zij  En vaderland en burgerij  Ten zegen strekken moog'!  Ten zegen strekken moog'!    Heil, driewerf heil de dierb're Staat,  het Volk, de President, de Raad!  Ja, bloei' naar ons gezang  De Vrijstaat en zijn burgerij,  In deugden groot, van smetten vrij,  Nog tal van eeuwen lang!  Nog tal van eeuwen lang![1]      |   Hef Burgers, lied van vryheid aan,  Besing ons eie volksbestaan!  Van vreemde bande vry  Beklee ons klein gemenebes,  Op orde, wet en reg gestig,  Rang in die Statebond  Rang in die Statebond.    Al het ons land 'n klein begin,  Ons gaan met moed die toekoms in  Ons oog op God gerig  Wat nie beskaam wie op Hom bou  Op Hom as 'n rots vertrou,  Wat voor geen storm swig  Wat voor geen storm swig.    Sien in genade en liefde neer  Op ons President o Heer  Wees U sy toevlugsoort  Die taak, wat op sy skouers rus  Vervul hy met trou en lus  Tot heil van volk en staat  Ror heil van volk en staat!    Beskerm o God, die Land se Raad,  Lei hom aan U Vaderhand,  Verlig hom van omhoog,  Sodat sy werk geheilig word.  En Vaderland en burgerland  tot U seën mag strek  Tot U seën mag strek.    Heil driewerf, heil die dierbare staat  Die Volk, die President, die Raad!  Ja, bloei na ons gesang  Die Vrystaat en sy Burgers  In Deugde groot, van smet bevry,  Dog baie eeue heen  Nog baie eeue voort.[2]      |   Raise, citizens, the song of freedom  and our own existence as a people.  Free from foreign bonds,  Holds our small commonwealth  founded on order, law and justice  Rank among the states  Rank among the states    Even though our land has a small beginning,  we step into the future with courage,  our eye fixed on God,  Who does not shame who builds on Him  and trusts in Him as a fortress  that does not yield to any storms  that does not yield to any storms    Look down in mercy  on our President, o Lord!  Be Thou his recourse  The task that rests on his shoulders  may he fulfill with loyalty and eagerness  to the benefit of people and state  to the benefit of people and state    Protect, o God, the Council of the land  Guide it by your Fatherly Hand  Illuminate it from above  So that its work may be sanctified  and may serve to bless  fatherland and citizenry.  fatherland and citizenry.    Hail, thrice hail, the beloved State,  the People, the President, the Council!  Yes, may flourish at our song  the Free State and its citizens.  great in virtue, free of stains  for many ages to come!  for many ages to come! [1]      |